
A | B | C | D | E | F | G | H | I | J | K | L | M | N | O | P | Q | R | S | T | U | V | W | X | Y | Z
Begrip | Omschrijving | Wetsartikel | Geslacht | Franse vertaling | Duitse vertaling | Synoniem | Gerelateerde woorden |
O | |||||||
Octrooi (afschrijving) | Een octrooi is een recht, waarmee een uitvinder zijn originele creatie kan beschermen tegen derden, die zijn uitvinding willen stelen. Meer bepaald verleent het octrooi het recht om tijdelijk en exclusief de uitvinding te verspreiden, zonder dat anderen hetzelfde recht hebben, en krijgt de uitvinder zo de mogelijkheid om bij inbreuken op zijn recht hiertegen op treden. Inbreuken doen zich voor als een derde de uitvinding namaakt en/of verspreidt. Het octrooirecht geldt slechts voor de geldigheidsduur van het octrooi. Als deze duur verlopen is, is de uitvinder niet langer beschermd. De kosten verbonden aan het octrooirecht kunnen in hoofde van de uitvinder worden afgeschreven. | Art 52, 6 ° WIB92 | het; o. | brevet d’invention; brevet | Patent | Patent | |
OESO-modelverdrag | Het OESO-modelverdrag is een verdrag dat tot doel heeft dubbele belastingen te vermijden door de verdeling van de heffingsbevoegdheid tussen de verdragstaten. Het OESO-verdrag vormt een verdrag dat model staat voor dubbele belastingverdragen tussen twee staten. De eerste versie van het OESO-modelverdrag dateert van 1963. | het; o. | modèle de convention OCDE | Organisation für wirtschaftliche Zusammenarbeit und Entwicklung | |||
Offshore | Er is een lijst van 13 indicatoren opgesteld aan de hand waarvan verrichtingen die onder de toepassing van het preventieve antiwitwasstelsel kunnen vallen (voor ernstige én georganiseerde fiscale fraude), kunnen worden afgelijnd. Op deze lijst staat onder andere “De tussenkomst van opgerichte of overgenomen schermvennootschappen met maatschappelijke zetel in een fiscaalparadijs of offshorecentrum of op het privéadres van een stroman, of die atypische verrichtingen uitvoeren gelet op hun maatschappelijk doel, of die een onzeker of incoherent maatschappelijk doel hebben. | KB 03/06/2007 | bnw | off shore | Off shore | Ernstige en georganiseerde fiscale fraude | |
OLO-rentevoet | De OLO-rentevoet is een rentevoet die wordt gebruikt om de opbrengsten van een obligatielening te bepalen. OLO staat voor obligation linéaire/lineaire obligatie en zijn de obligaties uitgegeven door de Staat, waarvan de opbrengst (meestal bekeken op 10 jaar) als instrument wordt gebruikt om de evolutie van de opbrengsten van een obligatielening te beoordelen. | de; m. | taux de l’OLO | ||||
Omkering bewijslast | De omkering van de bewijslast is een afwijking op het algemene principe waarbij de fiscus de bewijslast draagt van de belastbaarheid van inkomsten. De belastingplichtige kan door de omkering van de bewijslast in bepaalde gevallen immers verplicht worden aan te tonen wat zijn belastbare inkomsten zijn. De omkering bewijslast doet zich voor in het geval van onder meer de ambtshalve aanslag en de fictiebepalingen in het kader van de erfbelasting/successierechten. | Art 352, 1e lid WIB92; 2.7.3.2.5 VCF (art 108 W. Succ) | de; m. | renversement de la charge de la preuve; renversement du fardeau de la preuve; inversion du fardeau de la preuve | Beweisumkehrung; Umkehrung der Beweislast; Umkehr der Beweislast | ||
Omzetbelasting | Een omzetbelasting is een belasting die wordt berekend op basis van de omzet gedurende een welbepaalde afgelijnde periode. Een voorbeeld hiervan is de btw. | de; v. | taxe sur le chiffre d’affaires; impôt sur le chiffre d’affaires; taxe sur les ventes | Umsatzsteuer | BTW | ||
Onaantastbaarheidsvoorwaarde | De onaantastbaarheidsvoorwaarde is een voorwaarde om te kunnen genieten van een vrijstelling van de meerwaardebelasting. De onaantastbaarheidsvoorwaarde houdt meer bepaald in dat de meerwaarden op één of meer afzonderlijke rekeningen van het passief moeten worden geboekt en daar moeten blijven staan. De meerwaarde mag bovendien niet tot grondslag dienen voor de berekening van de jaarlijkse dotatie aan de wettelijke reserve of voor de berekening van enige beloning of toekenning. | Art 190 2e lid WIB 92 | de; v. | condition d’intangibilité | Unantastbarkeitsbedingung | ||
Onbeperkt uitstel van invordering | Onbeperkt uitstel van invordering is een maatregel waarbij de administratie kan beslissen om geheel of gedeeltelijk niet meer over te gaan tot de inning van inkomstenbelasting en btw en dit kan slaan op de gevestigde belasting in hoofdsom, de belastingverhogingen, de boeten en interesten, met uitsluiting van de voorheffing. Onbeperkt uitstel van invordering is uitgesloten in geval van fraude. | Art 413bis-413octies WIB92 + art 84quinquies – 84undecies WBTW | het; o. | surséance indéfinie au recouvrement | |||
Onbeschikbaarheidsvoorwaarde | Uitgiftepremies en bedragen waarop wordt ingeschreven ter gelegenheid van de uitgifte van winstbewijzen kunnen worden gelijkgesteld met het gestort kapitaal. Hiertoe dient aan de onbeschikbaarheidsvoorwaarde te worden voldaan, wat betekent dat de premies of bedragen op het passief van de balans worden geboekt onder het eigen vermogen en alleen kunnen worden verminderd ter uitvoering van een regelmatige beslissing van de algemene vergadering binnen een vennootschap. Terugbetaling van gestort kapitaal wordt niet als een dividend aangemerkt indien de terugbetaling gebeurt ter uitvoering van een regelmatige beslissing tot vermindering van het maatschappelijk kapitaal overeenkomstig de voorschriften van het W.Venn. | Art 184 2e lid WIB92; Art. 18 lid 1 2° WIB92 | de; v. | condition d’indisponibilité | nichtverfügbarkeit Zustand | ||
Onbetwist verschuldigde gedeelte | Het onbetwist verschuldigde gedeelte is het gedeelte van de aanslag, vastgesteld door de administratie, dat overeenstemt met de aangifte en waartegen de belastingplichtige dus geen bezwaar aantekent. Hieruit volgt dat uitvoerende beslagen op het onbetwist verschuldigde gedeelte mogelijk blijven, in tegenstelling tot op het betwiste gedeelte, dat enkel voor bewarende beslagen vatbaar is. | Art 3.10.4.6.1, 2e lid VCF + art 410WIB92 | het; o. | incontestablement dû | |||
Onderhoudsuitkering | Een onderhoudsuitkering is een uitkering toegekend aan een persoon (ex-echtgenoten, ouders, kinderen, enz.) vrijwillig of op basis van een wettelijke verplichting, omdat deze persoon niet in staat is in zijn eigen behoeften te voorzien. Een onderhoudsuitkering vormt een divers inkomen in hoofde van de genieter, indien voldaan is aan de volgende drie voorwaarden: het moet gaan om een regelmatige onderhoudsuitkering, de betaler maakt geen deel uit van het gezin, de betaling gebeurt op basis van een verplichting op grond van het Burgerlijk of Gerechtelijk Wetboek. De onderhoudsuitkeringen zijn, in hoofde van de genieter belastbaar voor 80 % van het bedrag en zijn aftrekbaar van het netto-inkomen tot een bedrag van 80 % in hoofde van de betaler. | Art 104, 1e lid, 1° + art 90, eerste lid, 3° + art 99 WIB92 | de; v. | rentes alimentaires; pension alimentaire | Alimente; Unterhaltsleistung; Unterhaltsgeld | ||
Onderling overleg (OESO-model) | Indien er een beslissing dreigt te worden genomen, die niet-verenigbaar is met het verdrag, is er in het OESO-modelverdrag een bepaling die onderling overleg mogelijk maakt tussen de betrokken lidstaten zonder gebonden te zijn door ieders nationale recht. Dit onderling overleg wordt opgestart na het indienen van een verzoekschrift door een belastingplichtige of gebeurt spontaan door de lidstaten. | Art 25 OESO-verdrag | het; o. | de gré à gré; d’un commun accord | einstimmig; im beiderseitigen Einvernehmen; gütlich | ||
Onderneming in moeilijkheden | Zie gerechtelijke reorganisatie | de; v. | entreprise en difficulté | Unternehmen in Schwierigkeiten | gerechtelijke reorganisatie | ||
Onderwijs- en wetenschappelijke instellingen | Onderwijs- en wetenschappelijke instellingen erkend door de overheid geven recht op bepaalde voordelen. Een voordeel in hoofde van de natuurlijk persoon die een gift aan een erkende instelling doet, bestaat erin dat de gift recht geeft, onder voorwaarden, op een belastingvermindering. De onderwijs- en wetenschappelijke instellingen zelf zijn, onder voorwaarden, vrijgesteld van de vennootschapsbelasting en genieten deze instellingen een vrijstelling van de onroerende voorheffing. Bovendien zijn de diensten geleverd door onderwijs- of wetenschappelijke instellingen, onder voorwaarden, vrijgesteld van btw. | Art 104 3°-5° WIB 92 + art 57-60/3 KB/WIB92; art 181, 1e lid, 4° WIB92; art 44 §2 4° WBTW | de; v. | établissement d’enseignement…. | Lehranstalt; Unterrichtsanstalt … | ||
Onderzoek bezwaarschrift | Zodra een bezwaarschrift door een belastingplichtige is ingediend, gaat de administratie over tot onderzoek. Het onderzoek zal gebeuren door een ambtenaar met een hogere graad dan die van controleur en gebeurt door het opvragen van boeken en bescheiden, het inwinnen van inlichtingen en alle andere onderzoeksbevoegdheden die de ambtenaar wettelijk zijn toegekend. Als de ambtenaar klaar is met het onderzoek, wordt een verslag opgemaakt, dat doorgegeven wordt aan de bevoegde gewestelijke directeur die vervolgens zal beslissen. | Art. 3.5.4.0.1. VCF | het; o. | instruction de la réclamation | Prüfung eines Einspruchs | ||
Onderzoek en ontwikkeling | Zie belastingkrediet (onderzoek en ontwikkeling) | het; o. | recherche et développement | Forschung und Entwicklung | belastingkrediet (onderzoek en ontwikkeling) | ||
Oneigenlijke gewestbelastingen | Een oneigenlijke gewestbelasting is een belasting die oorspronkelijk ingevoerd is door de federale wetgever en waarbij de gewesten enkel het tarief, vrijstellingen en verminderingen en de heffingsgrondslag kunnen bepalen. Een eigenlijke gewestbelasting daarentegen is een belasting waarbij de gewesten autonoom de bevoegdheid hebben alle aspecten van de belasting te regelen. | Art 3 lid 1 wet 16/01/1989 | de; v. | impôt régional impropre | Regionalsteuer / unpassend; uneigentlich | ||
Onrechtstreekse schenking | De onrechtstreekse schenking is een schenking aan de begiftigde, zonder aan derden de indruk te geven dat er een schenking is. De schenking wordt dus verbloemd door het gebruiken van een andere soort rechtshandeling. Gezien het gaat om een onrechtstreekse schenking, zijn hier geen registratierechten op verschuldigd, maar mogelijks wel successierechten. Successierechten zullen opeisbaar worden indien de schenker overlijdt binnen de drie jaar na de schenking. Is dit niet het geval, dan is de onrechtstreekse schenking ook vrij van successierechten. | Art 2.7.1.0.5 VCF (art 7 W.Succ in Brussel en Wallonië) = opeisbaar binnen 3j | de; v. | donation indirecte | indirecte Schenkung; mittelbare Schenkung; Treuhandschenkung | ||
Onroerende financieringshuur | Zie leasing | de; v. (m.) | location-financement d’immeubles | Immobilienleasing | leasing | ||
Onroerende voorheffing | De onroerende voorheffing is een heffing op onroerende inkomsten en wordt berekend op het geïndexeerd kadastraal inkomen. | Art 2.1.1.0.2 VCF + art 253-260bis WIB92 (Brussel en Wallonie) | de; v. | taxe immobilière; impôt foncier; impôt sur l’immobilier; précompte immobilier; taxe foncière | Grundsteuer; Grundsteuervorauszahlung | ||
Onteigeningsvergoeding | De meerwaarde verkregen door de onteigeningsvergoeding bij de onteigening is niet belastbaar. | Art 93, 4° WIB92 | de; v. | indemnité d’expropriation | Enteignungsentschädigung | ||
Onthaalouder | Een onthaalouder is een persoon die kinderen ontvangt en waarbij de kinderen gedurende de dag kunnen verblijven onder toezicht. De inkomsten van onthaalouders kunnen niet worden vrijgesteld in de personenbelasting en moeten als baten van een winstgevende activiteit worden aangemerkt. | Circ. Nr. Ci. RH. 241/595.309 (AOIF nr. 12/2009), 5 maart 2009 | de; m. | accueillante; gardienne d’enfants à domicile; gardienne encadrée | Tagesmutter | ||
Ontheffing aanslag | Met een ontheffing beslist de fiscus dat een fiscale schuld dient verminderd te worden of in het geheel niet betaald te worden, omdat bij het vestigen van de aanslag de wet miskend werd. Dit kan in uitvoering van een beslissing op bezwaar of van een beslissing van de rechtbank. | de; m. | dégrèvement fiscal; dégrèvement d’impôt; détaxation | Steuererleichterung; Steuerermäßigung | Vernietiging aanslag | ||
Onttrekking (btw) | Een onttrekking is de beslissing om een (on)roerend goed niet langer beroepsmatig te gebruiken en dus voor privédoeleinden aan te wenden. Door de onttrekking dient de onttrekker de btw te betalen aan de onderneming, gezien het onttrekken gelijkgesteld wordt met een levering onder bezwarende titel. | Art 12 §1, 1° + 2° + art 12 §2 WBTW | de; v. | prélèvement | Entziehung; Wegnahme; Entzug; Aussonderung; Zueignung; Hinterziehung; Unterschlagung | ||
Ontvangstbewijs (betaling) | Een ontvangstbewijs is een bewijs dat uitgereikt moet worden door een beoefenaar van een vrij beroep of openbaar ambt (zoals een notaris) voor de ontvangst van bijvoorbeeld betaalde erelonen. | Art 320 WIB 92 ; Art 22 KB nr. 1 (btw) | het; o. | décharge; reçu; accusé de réception; avis de réception; récépissé | Quittung; Empfangsbestätigung; Ablieferungsschein | ||
Ontvangstbewijs (boeken en bescheiden) | Vrije beroepen, ambten en posten zijn verplicht voor elke ontvangst van honoraria, commissielonen, bezoldigingen, terugbetalingen van kosten of andere beroepsontvangsten een gedagtekend en ondertekend ontvangstbewijs uit te reiken. Deze plicht geldt zowel voor betalingen in speciën, per cheque of op gelijk welke andere manier, met uitzondering van betalingen via overschrijving op de bankrekening. Op zo’n ontvangstbewijs moet het bedrag staan van elke ontvangst en de naam van de schuldenaar. Het ontvangstbewijs moet in dubbel worden opgesteld door middel van een ontvangstboekje verstrekt door een erkende drukker. | Art 61 §2 WBTW ; Gent 15 maart 2008 | décharge; reçu; accusé de réception; avis de réception; récépissé | Quittung; Empfangsbestätigung; Ablieferungsschein | Dagboek (verplichte boekhouding) | ||
Ontvangstbewijs (bezwaar) | Nadat tegen een aanslag in het kader van de inkomstenbelastingen bezwaar aangetekend werd, is de administratie verplicht de bezwaarindiener hiervan een ontvangstbewijs toe te zenden. | Art. 376quater WIB92 | décharge; reçu; accusé de réception; avis de réception; récépissé | Quittung; Empfangsbestätigung; Ablieferungsschein | |||
Onverschuldigde betaling | Een onverschuldigde betaling is een betaling gedaan, zonder dat hier een schuld tegenover staat. Dit heeft tot gevolg dat de betaling kan teruggevorderd worden en de terugbetaling van het bedrag onmogelijk als belastbaar inkomen kan worden aanzien. | Art 1235 + 1376 BW | de; v. | paiement indu | nicht geschuldete Zahlung | ||
Oorlogsinvalide | Een oorlogsinvalide is een slachtoffer van de oorlog. Oorlogsinvaliden genieten voor de ontvangen pensioenen, renten, dotaties en tegemoetkomingen ten laste van de Schatkist een vrijstelling in de personenbelasting. | Art 38, § 1, 2° + 3° + 4° WIB92 | bnw | invalide de guerre | Kriegsverletzter; Kriegsversehrter | ||
Opcentiemen | Opcentiemen zijn verhogingen geheven bovenop de gewestelijke/federale belastingen gevestigd door de provincies, de agglomeraties of de gemeenten. Opcentiemen zijn enkel toegelaten op de onroerende voorheffing en op bepaalde andere belastingen die het federaal kadastraal inkomen als belastbare grondslag of als element van zijn belastbare grondslag heeft. Meer bepaald gaat het om de verkrottingsheffing en de leegstandheffing bedrijfsruimten. | Art 2.1.4.0.2 + 2.5.4.0.2 + 2.6.4.0.2 VCF + 464/1 WIB92 | het; o. | centimes additionnels; taxe additionnelle | Säumniszuschlag bei Geldstrafen oder Steuern | ||
Opdeciemen (strafrechtelijke geldboeten) | Opdeciemen worden toegepast op strafrechtelijke geldboeten en houden een verhoging van de wettelijk bepaalde bedragen in. Opdeciemen worden geheven om de bedragen van de geldboeten aan te passen aan de huidige waarde van geld en strekken er dus toe muntontwaarding tegen te gaan. Momenteel bedragen de opdeciemen 6, waardoor het wettelijk bepaalde bedrag met 6 zal dienen te worden vermenigvuldigd. In het kader van het fiscaal strafrecht, zijn bepaalde federale fiscale misdrijven onderworpen aan de opdeciemen, terwijl deze opdeciemen niet van toepassing zijn op inbreuken op belastingen ingesteld door de Vlaamse Overheid. | 5 MAART 1952. – Wet betreffende de opdécimes op de strafrechtelijke geldboeten ; art 3.15.3.0.8 VCF + Art 457 §2 WIB92 | het; o. | centimes additionnels; taxe additionnelle | Säumniszuschlag bei Geldstrafen oder Steuern | ||
Opeenstapeling van vermoedens | Een vermoeden is een gevolgtrekking uit een bekend feit om te besluiten tot een onbekend feit. De administratie kan als bewijsmiddel vermoedens gebruiken, op voorwaarde dat de gevolgtrekking door de administratie logisch is. Door de voorwaarde van de logische deductie was een opeenstapeling van vermoedens uitgesloten in het fiscaal recht, maar recent werd aangenomen door het Hof van Cassatie, dat een opeenstapeling van vermoedens toegelaten is. Meer bepaald stelde het Hof dat er geen wettelijke bepaling bestaat die het bewijs door vermoedens uitsluit om tot een bekend feit te komen, waardoor dus ook het vermoeden uit het bekende feit (of een vermoeden gebaseerd op een vermoeden) toegelaten is. | Art 1349 BW; Cass. 22/05/2014 | de; v. | superposition de présomptions | anhäufung von Verdacht | ||
Opeisbaarheid van de btw | De opeisbaarheid bepaalt het tijdstip vanaf wanneer de administratie de btw kan invorderen van de belastingplichtige. | Art 16 + 17 WBTW + art 22 WBTW | de; v. | exigibilité du paiement de la TVA | Fälligkeit der MwSt | ||
Openbaarheid van bestuur | Openbaarheid van bestuur omvat de meedeling van gegevens door de administratie op eigen initiatief of op initiatief van de burger, teneide een controle op het handelen van het bestuur te kunnen uitoefenen. De actieve openbaarheid van bestuur is de verplichting opgelegd aan het bestuur om op eigen initiatief de bevolking (of een doelgroep) in te lichten over het beleid, de regelgeving, de dienstverlening en de rechten die de bevolking verkrijgt. De passieve openbaarheid van bestuur daarentegen is de verplichting om burgers te helpen die bepaalde informatie wensen, als de burger hiertoe het initiatief neemt. | art 32 GW, Wet van 11 april 1994 betreffende de openbaarheid van bestuur, decreet Vlaams parlement van 26 maart 2004 | de; v. | exigibilité | Eintreibbarkeit; Fälligkeit | ||
Openbare orde (fiscale wet) | De fiscale wetgeving is van openbare orde. Hiermee wordt bedoeld dat de regels van fiscaal recht de fundamenten van de maatschappij raken en behoren tot de wezenlijke belangen van de Staat. Als gevolg van dit openbare orde-karakter kan niet van de fiscale regels afgeweken worden door middel van een overeenkomst, zullen onverenigbare uitvoeringsbesluiten geen uitwerking hebben en moeten rechters ambtshalve de schending van een bepaling van openbare orde opwerpen. | Cass. 28 september 1979 | de; v. (m.) | ordre public | öffentliche Ordnung | ||
Openbare veiling | Zie openbare verkoop | de; v. | vente publique; adjudication publique | öffentlicher Verkauf; öffentliche versteigerung | openbare verkoop | ||
Openbare verkoop | Een openbare verkoop is het publiekelijk verkopen van (on)roerende goederen door tussenkomst van een notaris of veilingmaatschappij, waarbij elk goed wordt verkocht bij opbod aan de hoogstbiedende persoon en het verkoopcontract gesloten wordt op het ogenblik van toewijzing. Op lichamelijke roerende goederen die openbaar worden verkocht is een registratierecht verschuldigd van 5 %. Het registratierecht bedraagt 10 % indien het gaat om onroerende goederen. De openbare verkoop gebeurt vrijwillig, dan wel gedwongen, naargelang de eigenaar al dan niet zelf kan kiezen om te verkopen. | art 44 – 45 (12,5 %) + 77 W. Reg (Brussel en Wallonië) + art 2.9.4.1.1 VCF (en art 77 W. Reg – Vlaams Gewest) (Art 6 + 21 KB nr. 1) | de; m. | vente publique | öffentlicher Verkauf | Openbare veiling | |
Opleidingscheque | Een opleidingscheque is een betaalmiddel waarmee directe opleidingskosten kunnen worden betaald die een erkende verstrekker factureert aan een werknemer. De opleidingscheques kunnen alleen gebruikt worden voor opleidingen die niet gebeuren in opdracht van de werkgever en die worden gevolgd buiten de normale werkuren of die plaatsvinden tijdens periodes van wettige schorsing van de arbeidsovereenkomst. De opleidingscheques worden gesubsidieerd door de Vlaamse Overheid. Ze zijn niet belastbaar in hoofde van de werknemer en zijn aftrekbaar in hoofde van de werkgever als aan bepaalde voorwaarden zijn voldaan. | Art 1, 6 ° Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de opleidingscheques voor werknemers (18/07/2013); Antwoord: A.1 Ci.RH.243/554.180 (AOIF 35/2005) dd. 26.08.2005 | de; m. | chèques-formation | |||
Oppervlaktewateren | Een belastingplichtige is onderworpen aan de heffing op de waterverontreiniging van oppervlaktewateren als het gaat om een natuurlijke of rechtspersoon die op enig ogenblik in het jaar voorafgaand aan het heffingsjaar op het grondgebied van het Vlaamse Gewest water heeft afgenomen van een openbaar waterdistributienet of op dit grondgebied over een eigen waterwinning beschikt of op dit grondgebied water geloosd heeft, ongeacht de herkomst van het water. De belasting wordt berekend op basis van het volume aan oppervlaktewater, het volume aan geloosd afvalwater en de gehaltes van bepaalde stoffen in het water. | 26 MAART 1971. – Wet op de bescherming van de oppervlaktewateren tegen verontreiniging – VLAAMSE GEWEST (art 35bis ev); art 2 Besluit Vlaamse Regering 28 juni 2002 ter uitvoering van hoofdstuk IIIbis… | het; o. | eaux de surface | Oberflächenwasser | ||
Oprichtingskosten | Oprichtingskosten zijn kosten verbonden aan de oprichting, ontwikkeling of de herstructurering van de vennootschap, in het bijzonder de kosten van kapitaalverhoging, de kosten bij uitgifte van leningen, en de herstructureringskosten. Oprichtingskosten kunnen worden afgeschreven of worden afgetrokken als algemene kost. | Art 45+ 95 KB W. Venn ; | de; m. | frais de constitution | Gründungskosten | ||
Opschortende voorwaarde | Een opschortende voorwaarde is een voorwaarde verbonden aan een verbintenis, waarbij de uitvoering van de verbintenis afhangt ofwel van een toekomstige en onzekere gebeurtenis, ofwel van een gebeurtenis die reeds heeft plaatsgehad, maar aan partijen nog onbekend is. Als de opschortende voorwaarde zich voordoet, moet de verbintenis worden nagekomen. Verbintenissen aangegaan onder een opschortende voorwaarde geven geen aanleiding tot heffing van het algemeen vast registratierecht zolang de voorwaarde niet is vervuld. Bovendien zijn schenkingen gedaan onder de opschortende voorwaarde van overlijden van de schenker, legaten en zijn ze onderworpen aan successierechten bij het vervullen van de voorwaarde. | Art 1181 BW; art 2.7.1.0.3, art 2.8.7.0.2 §2, art 2.9.7.0.3 §2, art 2.10.7.0.2 §2 en art 2.11.7.0.2 §2 VCF (art 4 3° W Succ + art 16 W. Reg) | de; v. | condition suspensive | aufschiebende bedingung; Suspensivbedingung | ||
Opstal | Zie erfpacht | de; m. | superficie; bail de superficie | Überbau | erfpacht | ||
Opstelrecht | Het opstelrecht is verschuldigd op akten van griffiers van hoven en rechtbanken, op akten die zonder inmenging van rechters vóór hen zijn verleden, op overschrijvingen gedaan door de griffiers in hun registers en op de verklaringen van beroep of van voorziening in verbreking in strafzaken, afgelegd door gedetineerden of geïnterneerden. Het opstelrecht bedraagt €35. | Art 2701 W. Reg | het; o. | droit de superficie | Erbbaurecht; Recht, auf fremdem Grund zu bauen oder anzubauen und zu pflanzen | ||
Opzeggingsvergoeding arbeid | Een opzeggingsvergoeding arbeid is een vergoeding toegekend uit hoofde of naar aanleiding van het stopzetten van de arbeid of het beëindigen van een arbeidsovereenkomst. De opzeggingsvergoeding is een belastbare bezoldiging in hoofde van de genieter (ex-werknemer) en is onderworpen aan bedrijfsvoorheffing. | Art 31 2e lid 3° WIB 92 | de; v. | indemnité de préavis; indemnité de dédit; indemnité de congé | Kündigungsentschädigung; Vergütung inflge Vertragsbruchs | ||
Outillage | Zie materieel en outillage | de; v. | aménagement; aménagement; matériel; outillage | Ausstattung; Ausrüstung | materiaal en outillage | ||
Overbelastingen | Zie ambtshalve ontheffing | de; v. | surcharges | Übergewicht | ambtshalve ontheffing | ||
Overdracht cliënteel | De overdracht cliënteel of het verlenen van rechten op een cliënteel wordt als een dienst beschouwd in het kader van de btw. | art 18 §1 5° WBTW | de; v. (m.) | cession de clientèle | |||
Overdracht handelsfonds | Zie algemeenheid van goederen | de; v. (m.) | cession de fonds de commerce | Transfer Goodwill | algemeenheid van goederen | ||
Overeenkomsten en verdragen inzake samenwerking tussen belastingsadministraties | Overeenkomsten en verdragen inzake samenwerking tussen belastingsadministraties worden gesloten teneinde samenwerking tussen de belastingsadministraties van twee lidstaten te versterken door middel van het verstrekken van inlichtingen omtrent belastingplichtigen. Een vorm van samenwerking bestaat in de afgesloten TIEA’s (Tax Information Exchange Agreements). | Site waar de verdragen kunnen worden geraadpleegd: http://ccff02.minfin.fgov.be/KMWeb/browseCategory.do?method=browse¶ms.selectedCategoryId=330 | de; v. | ||||
Overeenkomsten inzake douane en accijnzen | Overeenkomsten inzake douane en accijnzen worden gesloten om goederen vrij te laten circuleren. Meer bepaald zorgt zo’n overeenkomst ervoor dat de goederen geacht worden van preferentiële oorsprong te zijn, indien ze afkomstig zijn uit een land, waarmee een overeenkomst werd gesloten. Goederen van preferentiële oorsprong genieten zowel fiscale als niet-fiscale voordelen. | de; v. | |||||
Overgang bij overlijden | Successierechten zijn verschuldigd op de overgang bij overlijden, ongeacht de soort van overgang. Er zijn drie soorten overgangen bij overlijden, namelijk de wettelijke devolutie, de uiterste wilsbeschikking en de contractuele erfstelling. | Art 2 W. Succ (Brussel en Wallonië) + 2.7.1.0.2 VCF | de; m. | mutation par décès | übertragung von Todes wegen |